Wetgever en veiligheidsregio’s moeten stappen zetten voor betere brandweerzorg

Opkomsttijden, voertuigbezetting en beschikbaarheid brandweervrijwilligers vragen aandacht

De opkomsttijden van de brandweer moeten scherper en realistischer. Daarnaast moeten brandweerkorpsen die werken met een afwijkende voertuigsamenstelling hier meer mee oefenen, zodat zij beter inzicht krijgen in de effecten en risico’s ervan. Verder is de beschikbaarheid van brandweervrijwilligers een risico voor het realiseren van de opkomsttijden en voertuigbezetting. Dit blijkt uit het vandaag verschenen landelijk beeld en bijbehorende 25 regionale beelden waarin de Inspectie Justitie en Veiligheid voor het eerst een overall beeld geeft van de repressieve brandweerzorg in Nederland.

Gerealiseerde en vastgestelde opkomsttijden moeten beter op elkaar aansluiten

Burgers rekenen op een brandweer die snel ter plaatse is bij incidenten. Daarom moeten opkomsttijden scherp én realistisch zijn. Dit is nu, hoewel alle veiligheidsregio’s een bestuurlijk vastgesteld dekkingsplan op basis van een brandrisicoprofiel hebben, niet het geval. Het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) bevat hiervoor tijdnormen, maar besturen van veiligheidsregio’s hoeven deze niet te hanteren. Zij mogen besluiten tot andere opkomsttijden. Vervolgens haalt slechts één van de 25 veiligheidsregio’s de door het bestuur vastgestelde opkomsttijden. De andere veiligheidsregio’s, zowel degene die de Bvr-tijdnormen hanteren als de regio’s die daarvan gemotiveerd afwijken, overschrijden de vastgestelde opkomsttijden bij 10% tot 70% van de incidenten. Burgers weten hierdoor niet binnen welke tijd zij op brandweerhulp kunnen rekenen. Daarom roept de Inspectie de veiligheidsregio’s op om de gerealiseerde opkomsttijden te verbeteren of opkomsttijden vast te stellen die in de praktijk realistisch haalbaar zijn. De registratie van en verantwoording over de huidige opkomsttijden kan hiervoor de basis zijn. De Inspectie roept daarnaast de wetgever op om het Bvr te wijzigen. Het huidige Bvr bevat geen realistische tijdnormen en draagt niet bij aan een transparante besluitvorming in de veiligheidsregio’s over opkomsttijden.

Onvoldoende zicht op risico’s voor brandweerpersoneel bij afwijkende voertuigsamenstelling

De standaard samenstelling van een basisbrandweereenheid is een tankautospuit met zes brandweerlieden. Afwijken van deze samenstelling is toegestaan, mits het niveau van brandweerzorg op peil blijft en er geen risico’s zijn voor de veiligheid en gezondheid van brandweerpersoneel. 22 regio’s werken in meer of mindere mate met een afwijkende voertuigsamenstelling. Een andere voertuigsamenstelling kan leiden tot snellere brandweerzorg aan de burger, maar de veiligheidsregio’s hebben momenteel te weinig inzicht of dat daadwerkelijk het geval is. Verder constateert de Inspectie dat alle regio’s de gezondheid en veiligheid van het personeel hoog in het vaandel hebben staan. Maar de borging van die veiligheid, zeker bij afwijkende voertuigbezettingen, moet beter. Daarom roept de Inspectie de veiligheidsregio’s op de risico’s daarvan in kaart te brengen en haar personeel op te leiden en te oefenen met variabele voertuigbezettingen.

Beschikbaarheid van brandweervrijwilligers risico voor de opkomsttijden en voertuigbezetting

Voor een snelle, effectieve brandweerzorg moeten er voldoende brandweerlieden beschikbaar zijn. De beschikbaarheid van brandweervrijwilligers neemt echter in alle veiligheidsregio’s af, zelfs als het absolute aantal vrijwilligers gelijk blijft. Uitbreiding van de werving van vrijwilligers en afwijkende voertuigbezettingen lossen dit probleem niet volledig op. Tegelijkertijd brengen de regio’s nog onvoldoende in beeld hoe groot het beschikbaarheidsprobleem exact is en wat de consequenties ervan in de praktijk kunnen zijn. De Inspectie roept de minister van Justitie en Veiligheid, de besturen van de veiligheidsregio’s en de vrijwilligersorganisaties op om dit onderwerp hoog op de agenda te zetten. De trend van afnemende beschikbaarheid moet worden doorbroken om risico’s voor de brandweerzorg te voorkomen.

""
Beeld: Mediatheek Rijksoverheid