Inspectie JenV onderzoekt gedwongen begeleide terugkeer naar Bangladesh
De Inspectie Justitie en Veiligheid is een onderzoek gestart naar de gedwongen begeleide terugkeer van een vreemdeling naar Bangladesh. De Inspectie JenV onderzoekt hoe de informatie-uitwisseling met de Bengaalse autoriteiten is verlopen en op welke wijze partijen in de strafrechtketen en de vreemdelingenketen elkaar hebben geïnformeerd. Met het onderzoek wil de Inspectie een beeld geven van mogelijke onduidelijkheden in de informatie-uitwisseling. De Inspectie streeft ernaar het onderzoek eind 2018 afgerond te hebben.
Toezicht op gedwongen begeleide terugkeer
Vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland keren zo veel mogelijk zelfstandig terug naar hun land van herkomst of een ander land waar hun toelating is gewaarborgd. In het uiterste geval keert een vreemdeling gedwongen en begeleid terug. Bij de terugkeer van vreemdelingen zijn onder andere de Dienst Terugkeer en Vertrek van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de KMar betrokken. Voor het toezicht op de gedwongen begeleide terugkeer ontvangt de Inspectie van ieder terugkeerproces een KMar-rapportage over het verloop ervan.
Aanleiding voor het onderzoek
De vreemdeling was in 2017 in Nederland aangehouden als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek en keerde op 5 januari 2018 gedwongen en begeleid terug naar Bangladesh. Bij aankomst in Dhaka bleek dat de Bengaalse politie beschikte over stukken uit het Nederlandse strafdossier, hoewel de terugkeer plaatsvond in een vreemdelingenrechtelijk kader. Uit vooronderzoek blijkt onder andere dat de nationale politie met de Bengaalse opsporingsinstanties heeft gedeeld op welke tijdstip en met welk vlucht de vreemdeling zou arriveren in Bangladesh. Het team van de Koninklijke Marechaussee (KMar) dat de vreemdeling begeleidde was hiervan niet op de hoogte.