Inspectie monitort politie-onderzoeken naar terrorismeregistratie
De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat na of de politie de eigen onderzoeken naar de zogeheten CTER-lijsten zorgvuldig en navolgbaar uitvoert. Op deze politielijsten staan mensen met een registratie op terrorisme of extremisme.
De politie onderzoekt haar eigen werkwijze bij het gebruik van deze Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering lijsten (CTER). Onderdeel is het delen van informatie met andere (internationale) opsporingsdiensten en organisaties. Ze doet dit via een feitenonderzoek en een onderzoek naar (eventueel onterechte) signaleringen. Ook onderzoekt de politie hoe zij inzageverzoeken van mensen over dit onderwerp behandelt.
De Inspectie JenV vindt het belangrijk dat de politie haar werkprocessen zoveel mogelijk zelf evalueert. Wel houdt zij toezicht om een goed verloop van de onderzoeken te waarborgen. Te meer omdat het vermeld staan op een CTER-lijst grote gevolgen voor mensen kan hebben.
Volgens diverse mediaberichten zouden Nederlandse burgers sommige landen niet meer in mogen omdat zij op een CTER-lijst vermeld zouden staan. Zij kunnen hierdoor niet meer op reis voor werk, vakantie of familiebezoek. Soms worden zij vastgezet op luchthavens. Bij deze mensen bestaat het vermoeden dat de oorzaak hiervan ligt in het delen van gegevens door de Nederlandse politie met het buitenland. De politie is één van de uitvoeringsorganisaties van de Nederlandse overheid, die binnen de daarvoor geldende wettelijke regels informatie mag uitwisselen met buitenlandse autoriteiten.
De Inspectie JenV publiceert haar bevindingen over de politieonderzoeken op de eigen website.