Mensen in nood hebben recht op snel contact met hulpdiensten als ze via 112 met meldkamers bellen. Het is daarom belangrijk dat de samenwerking tussen de hulpdiensten goed verloopt. De Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) maakt zich zorgen of dit in de praktijk altijd lukt. Door een versnipperde aansturing van de meldkamers kan de samenwerking tussen hulpdiensten in het geding komen; er zijn 54 organisaties bij betrokken. De Inspectie JenV ziet dat verantwoordelijkheden en taakverdeling nog steeds niet goed zijn geregeld en vraagt de minister van Justitie en Veiligheid hierover besluiten te nemen.
Zij vreest bijvoorbeeld dat een acute crisissituatie te lang blijft voortduren want nu is bij de inzet van meerdere hulpdiensten niet duidelijk wie bevoegd is in te grijpen bij afstemmingsproblemen. In totaal zijn 25 veiligheidsregio’s, 25 regionale ambulancevoorzieningen, de Koninklijke Marechaussee en de ministeries van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Defensie betrokken bij de meldkamers. Zij gaan allemaal over de mensen en de middelen voor de meldkamers. Maar duidelijke regels over hun bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden ontbreken net als een goede samenhang daartussen, aldus de Inspectie JenV. Zodoende is niet helder wie waarop is aan te spreken.
De Inspectie JenV doet een dringend beroep op de minister van JenV om de aansturing goed te regelen. Zodat duidelijk is wie wanneer waarover gaat en wie bevoegd is om knopen door te hakken. De minister moet daarvoor volgens de Inspectie JenV met de betrokken partijen de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor hulp aan mensen in nood helder verdelen. Daarbij moet de minister zichzelf de bevoegdheid geven om de uiteindelijke beslissing te nemen als problemen niet snel genoeg worden opgelost. Nu is zijn rol onvoldoende helder. De Inspectie JenV meldt al tien jaar dat de taken en verantwoordelijkheden bij de meldkamers ingewikkeld in elkaar steken wat de hulpverlening kan belemmeren.