Onderzoek naar omgang met wachtlijsten in de jeugdstrafrechtketen
Hoe lang moeten jongeren wachten voordat ze een gesprek krijgen met een Halt-medewerker of voordat er plek voor ze is in een jeugdgevangenis? Hoe proberen organisaties te voorkomen dat jongeren op deze wachtlijsten terechtkomen? En wat doen deze organisaties individueel en met elkaar om jongeren zo snel mogelijk door de jeugdstrafrechtketen heen te loodsen? Deze en andere vragen staan centraal in het vandaag gepubliceerde plan van aanpak van de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) over het onderzoek naar de omgang met wachtlijsten in de jeugdstrafrechtketen.
Jongeren die de fout ingaan moeten leren van hun fouten en een nieuwe kans krijgen. Tegelijkertijd betekent grenzen stellen bij het opvoeden ook dat straf volgt wanneer dat nodig is. Als een jongere gestraft wordt voor een strafbaar feit, moet de straf zo snel mogelijk opgelegd worden om recht te doen aan het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht. Zo kan eventuele begeleiding, resocialisatie en heropvoeding direct beginnen. In de praktijk gooien wachttijden bij organisaties in de jeugdstrafrechtketen echter roet in het eten. Zo moeten jongeren bijvoorbeeld wachten op een gesprek met een jeugdreclasseerder of een strafonderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Ook kunnen maatregelen bij de ene organisatie, onbedoelde effecten hebben voor de wachtlijsten bij de andere. Met haar onderzoek wil de Inspectie het gesprek binnen de keten over het wachtlijstbeheer stimuleren en bijdragen aan het lerend vermogen van organisaties en de jeugdstrafrechtketen als geheel.
Jongeren die verdacht worden van een strafbaar feit krijgen te maken met meerdere organisaties binnen de jeugdstrafrechtketen voordat uiteindelijk een beslissing en een eventuele veroordeling volgt. De Inspectie betrekt dan ook Halt, de politie, de RvdK, Gecertificeerde Instellingen, Justitiële Jeugdinrichtingen en het Centraal Justitieel Incassobureau bij haar onderzoek. De Inspectie JenV betrekt ook de rechtspraak en het Openbaar Ministerie (OM). Zij vallen niet onder het toezicht van de Inspectie en dus kan de Inspectie niks zeggen over de kwaliteit van hun taakuitvoering. Maar hun input is waardevol om een volledig beeld te krijgen van de jeugdstrafrechtketen.
Verbreding toezicht
Hoewel de jeugdcriminaliteit de afgelopen jaren is gedaald, neemt het aantal ernstige delicten gepleegd door bepaalde risicojongeren toe. De focus van het toezicht lag de afgelopen jaren op onder meer de jeugdbescherming en het toezicht op de jeugdgevangenissen. De komende jaren wil de Inspectie JenV meer gaan toezien op de gehele jeugdstrafrechtketen. Daarbij ligt de focus op onder meer de samenwerking tussen partijen, zoals in dit onderzoek het geval is.