Oorzaak overlijden baby vorig jaar in Ter Apel nog niet bekend; daardoor geen verband met ongezonde omstandigheden te leggen

De medische doodsoorzaak van een baby die in augustus vorig jaar in een sporthal op de asielopvanglocatie in Ter Apel overleed, is nog niet bekend. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) deed daar nog verder onderzoek naar. Daardoor is er ook geen verband te leggen met de ongezonde verblijfsomstandigheden in de hal. Voor de baby werd in Ter Apel vóór zijn overlijden geen zorg gevraagd, maar daar was ook geen aanleiding voor.

Organisaties in de vreemdelingenketen discussiëren met elkaar wie verantwoordelijk is voor de opvang van vreemdelingen die wachten op hun beurt in het aanmeldproces. Het ministerie van Justitie en Veiligheid geeft hierover geen duidelijkheid. Het droeg het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vorig jaar wel op de overnachtingen op het grasveld te beëindigen, maar regelde geen middelen en bevoegdheden. De Immigratie- en Naturalisatiedienst verwacht, zonder dat dit wettelijk vastligt, dat het hele gezin bij de aanmelding aanwezig is. Zelfs als vooraf bekend is dat voor hen geen opvang is.

Dat schrijven de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid in hun twee rapporten die zij samen hebben gepubliceerd.

Crisissituatie in Ter Apel

De baby van drie maanden overleed op 24 augustus vorig jaar. De moeder was enkele dagen daarvoor naar Ter Apel gekomen om een zelfstandige verblijfsvergunning aan te vragen voor zichzelf, haar baby en haar andere kind van twee jaar oud. De landelijke asielopvangcrisis bereikte in de dagen rond het overlijden van de baby haar hoogtepunt en was met name zichtbaar rond het aanmeldcentrum in Ter Apel. Asielzoekers verbleven er buiten op het grasveld voor het aanmeldcentrum, zonder fatsoenlijke beschutting en zonder sanitaire voorzieningen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) bood kwetsbare mensen wel provisorische opvang in de sporthal. De moeder, haar peuter en haar baby kwamen daar terecht. Ook in de hal waren de omstandigheden ongezond voor een moeder met een baby en een peuter. Maar er is geen verband aan te tonen tussen die ongezonde omstandigheden en het overlijden van de baby, zolang de medische doodsoorzaak nog niet bekend is.

De COA-locatie Ter Apel was niet voorbereid op de grote aantallen mensen die opgevangen moesten worden. COA-medewerkers daar hebben, ondanks dat ze onvoldoende toegerust waren, vanuit humanitair oogpunt gedaan wat in hun mogelijkheden lag.

Medische oorzaak overlijden nog niet gevonden

Het NFI heeft geprobeerd de medische doodsoorzaak te achterhalen. Dat heeft tot nu toe geen resultaat opgeleverd. Wel concludeerde het Openbaar Ministerie dat er geen sprake was van een vermoeden van een strafbaar feit. Misschien wordt later uit neuropathologisch onderzoek alsnog iets duidelijk over de precieze doodsoorzaak. Maar zulk onderzoek duurt lang, de uitkomst is nog niet bekend.

Aanbevelingen

De twee inspecties doen een aantal aanbevelingen. Een greep daaruit:

  • IGJ: Het COA gebruikt de sporthal al niet meer als (nacht)opvang voor kwetsbare mensen. Dat moet ook niet opnieuw gebeuren.
  • IGJ: Op een opvanglocatie moeten kinderen in een eigen bed of wieg kunnen slapen in een tochtvrije ruimte, onder hygiënisch veilige omstandigheden.
  • Inspectie JenV: De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet voorkomen dat er geen opvang is voor vreemdelingen die het aanmeldproces nog niet hebben doorlopen. Als dat niet lukt, zorg er dan voor dat niet alle druk op Ter Apel wordt gelegd, maar dat deze mensen zich elders ook kunnen aanmelden. Indien dat ook niet lukt, zorg dan dat er een noodoplossing komt waarbij het voor alle betrokken organisaties direct duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarbij komt dat het COA zich lokaal moet voorbereiden op een crisissituatie.
Luchtfoto van COA-locatie in Ter Apel. Van onder naar boven: tenten, de parkeerplaats, de sporthal en daarachter de verblijven in het AZC.
Beeld: ©ANP / Robin Utrecht

Update 13 juni 2023: Op 13 juni 2023 heeft het Openbaar Ministerie bekendgemaakt dat het NFI ook na vervolgonderzoek geen doodsoorzaak heeft kunnen vaststellen.