Onderzoek naar plannen reëlere opkomsttijden brandweer
De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat plannen van veiligheidsregio’s beoordelen die uitgaan van een nieuw systeem van opkomsttijden voor de brandweer. De Inspectie JenV zal onder meer bepalen of die plannen eenduidige en toetsbare normen bevatten voor de snelheid, de paraatheid, de capaciteit en de werkdruk van de brandweer.
De brandweer wil naar een systeem van gebiedsgerichte opkomsttijden. Die tijden zouden reëler zijn dan de opkomsttijden zoals die nu zijn vastgelegd. Burgers in nood weten dan beter hoe snel zij op brandweerhulp kunnen rekenen. Bij gebiedsgerichte opkomsttijden wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met risico’s in een gebied en de snelheid en capaciteit van de brandweer.
In een proef zullen zes veiligheidsregio’s hun dekkingsplannen opstellen voor gebiedsgerichte opkomsttijden. De Inspectie JenV buigt zich alleen over deze papieren planvorming, niet over de uitvoering in de praktijk. Zij kijkt op verzoek van de minister van Justitie en Veiligheid mee naar die proef. De minister overweegt de wet hierop te veranderen.
Uit eerder onderzoek van de Inspectie JenV kwam naar voren dat de brandweer slechts in één van de 25 veiligheidsregio’s de vastgestelde opkomsttijden haalde. Dit betekent dat inwoners van de andere regio’s niet of nauwelijks kunnen inschatten hoe snel de brandweer komt blussen na een brandmelding.
Update 24 februari 2022:
De Inspectie JenV zal haar conclusies en aanbevelingen alleen delen met de minister van Justitie en Veiligheid, direct betrokken veiligheidsregio’s, de projectleider van de pilot en de voorzitter en portefeuillehouders van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio. Ze publiceert haar bevindingen niet op deze site omdat de handreiking op dit moment nog in ontwikkeling is.
Brandweer Nederland kan met de inspectie-aanbevelingen verbeteringen aanbrengen in de handreiking. Indien de pilot leidt tot een wijziging van de opkomsttijden in het huidige Besluit Veiligheidsregio toetst de Inspectie JenV deze voorgenomen wijzigingen. Zij voert dan een zogeheten HUF-toets uit: zijn de nieuwe regels handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig? De resultaten hiervan worden openbaar.