Vervolgonderzoek naar benadering van zedenslachtoffers door politie
De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat na of zedenrechercheurs nu meer aandacht hebben voor behoeften en verwachtingen van zedenslachtoffers dan voorheen. Het onderzoek is een vervolg op haar rapport Verschillende perspectieven uit 2020, waarin ze onderzocht hoe de politie omging met zedenslachtoffers.
De Inspectie JenV wil weten of en hoe de politie intussen haar werkwijze heeft aangepast om de bejegening van zedenslachtoffers te verbeteren, wat zedenslachtoffers daarvan merken en vinden en wat de ervaringen van zedenrechercheurs hiermee zijn. Zij benadert minstens twintig zedenslachtoffers om mee te doen aan dit onderzoek. Ook vraagt de Inspectie JenV bij ten minste vijf zedenteams van de politie wat hun ervaringen zijn.
Uit haar eerdere onderzoek bleek dat slachtoffers over het algemeen tevreden waren over hun contact met zedenrechercheurs maar dat er soms toch frictie was. De manier waarop zedenrechercheurs werkten, sloot niet altijd aan op behoeften en verwachtingen van de slachtoffers.
Zo legden rechercheurs veel nadruk op negatieve gevolgen bij het doen van aangifte. Zij deden dit om slachtoffers zo volledig mogelijk te informeren. Maar het hield sommige slachtoffers tegen om aangifte te doen. Ook werd vrijwel standaard bedenktijd gegeven voor een aangifte, terwijl dat niet hoeft.
De Inspectie JenV deed de politie daarom twee jaar geleden de aanbeveling om mogelijkheden van rechercheurs en verwachtingen van zedenslachtoffers beter op elkaar af te stemmen. Als de politie niet aan verwachtingen kon voldoen, zou ze dat uitdrukkelijk moeten melden.
Uit ‘Verschillende perspectieven’ kwam verder naar voren dat zedenteams onderbezet zijn en dat veel zedenzaken lang wachten op afhandeling. Deze problematiek is geen onderdeel van dit specifieke vervolgonderzoek. De Inspectie JenV let er via haar reguliere contacten op of de politie deze problemen aanpakt.