Inspectie JenV onderzoekt kwaliteit adviezen reclassering
De Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) onderzoekt de kwaliteit van reclasseringsadviezen bij de strafrechtkeuze voor jongeren van 16 tot 23 jaar, het voorkomen van huiselijk geweld en de toepassing van elektronische monitoring. De Inspectie JenV wil onder meer weten hoe de reclassering het advies opstelt en of ketenpartners, zoals het Openbaar Ministerie, het advies bruikbaar vinden. Een goed advies stimuleert de verdachte zijn gedrag te veranderen en daardoor terugval te voorkomen.
De reclassering kan op verschillende momenten in het strafproces een advies over een verdachte of veroordeelde uitbrengen. Op basis hiervan beslist de rechter, de officier van justitie of de gevangenis over de straf of het toekennen van vrijheden. In Nederland zijn het Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering, Reclassering Nederland en Stichting Verslavingsreclassering GGZ als reclasseringsorganisatie werkzaam. Zij brachten in 2019 ruim 42.000 keer advies uit.
De Inspectie JenV bekijkt in dit onderzoek reclasseringsadviezen op het gebied van huiselijk geweld, adolescentenstrafrecht en elektronische monitoring. Bij alle drie de thema’s heeft de reclasseringsmedewerker specifieke kennis nodig en moet worden afgestemd met ketenorganisaties. In zaken van huiselijk geweld probeert de reclassering meer geweld te voorkomen. Hierbij werkt zij samen met Veilig Thuis.
Het adolescentenstrafrecht biedt (afhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling van de verdachte) de keuze om een verdachte tussen de 16 tot 23 jaar te berechten volgens het jeugd- of het volwassenstrafrecht. Bij het advies werkt de reclassering samen met bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie.
Bij elektronische monitoring krijgt de verdachte een enkelband. Zo kan de reclassering controleren of een verdachte zich bijvoorbeeld houdt aan een locatieverbod. De reclassering heeft na het stalkingsincident in Rotterdam aangegeven de inzet van elektronische monitoring vaker te overwegen. Met dit onderzoek gaat de Inspectie JenV na of en hoe dit gebeurt.
Uitvoering onderzoek
De Inspectie onderzoekt de thema’s in verschillende regio’s. In de arrondissementen Amsterdam en Rotterdam bekijkt zij adviezen op het gebied van elektronische monitoring. Adviezen in het adolescentenstrafrecht bekijkt de Inspectie JenV in Noord- en Oost-Nederland. In Oost-Brabant en Limburg bekijkt zij reclasseringsadviezen over huiselijk geweldszaken.
De Inspectie JenV spreekt in haar onderzoek niet alleen met reclasseringsmedewerkers maar ook met medewerkers van organisaties die bij het advies betrokken zijn of aan wie het advies is uitgebracht. Zij vraagt ook verdachten hoe zij het adviestraject hebben ervaren.