De Inspectie Justitie en Veiligheid richt zich in haar toezicht voornamelijk op het naleven van de 14 slachtofferrechten door organisaties binnen de strafrechtketen. De organisaties in de keten hebben allemaal afzonderlijk te maken met slachtoffers en de slachtofferrechten.
Toezicht door de Inspectie Justitie en Veiligheid
Hoewel met het wettelijk vastleggen van slachtofferrechten in 2012 voor het slachtoffer grote stappen zijn gemaakt, is er nog veel te winnen. Zo zijn veel slachtofferrechten niet of nauwelijks afdwingbaar. Op het niet respecteren of schenden van deze rechten staat daarnaast nagenoeg geen sanctie. Voor de naleving ervan is een slachtoffer afhankelijk van de verschillende actoren in de strafrechtketen en de verantwoordelijkheid die zij voelen om de rechten na te leven. De Inspectie onderkent het belang van toezicht op de uitvoering van deze rechten, en heeft het sinds 2018 opgenomen in haar toezicht.
De Inspectie richt zich bij haar toezicht op de vraag of de organisaties in de keten de rechten in beeld hebben en deze naleven. Het uitgangspunt hierbij is dat het slachtoffer voldoende geïnformeerd, beschermd en ondersteund wordt. Hierdoor zal secundaire victimisatie, herhaald slachtofferschap, intimidatie en/of vergelding voorkomen worden.
Elke toezicht ondervindende organisatie kan te maken krijgen met slachtoffers, vandaar dat het toezicht op de slachtofferrechten zich verspreidt over de gehele organisatie. Het domein slachtofferrechten werkt in de praktijk dan ook samen met andere toezichtsdomeinen om dit toezicht te laten plaats vinden.
Het betrekken van slachtoffer, nabestaanden en burgers tijdens onderzoek
Met het opnemen van het burgerperspectief in het meerjarenprogramma vindt de Inspectie het belangrijk om niet alleen maar over de burgers te spreken met professionals, maar ook met de burgers te spreken. Dit betekent dat tijdens toezicht op de slachtofferrechten slachtoffers, nabestaanden en/of burgers gehoord kunnen worden.